Geluk op de werkvloer

Tijdens haar promotieonderzoek naar de ontwikkeling van gedrag en emotionele problemen bij kinderen viel het Meike Bartels op dat het met veel mensen eigenlijk heel goed gaat. Waarom doet niemand dáár onderzoek naar, was haar logische vervolgvraag. Sindsdien doet ze onderzoek naar de oorzaken van verschillen in welbevinden. In deze sessie van Goedemorgen Legal People neemt Meike, hoogleraar Genetics and Wellbeing, ons mee naar de wereld van geluk. Anne Hustinx, Executive Director External and Legal Affairs bij VodafoneZiggo reflecteert vanuit haar eigen (werk)ervaring.

Geluk

Aristoteles zocht al een antwoord op de vraag ‘wat is geluk?’, net als Epicurus. De een had het over het ‘geluksgevoel’ en de ander over ‘zingeving‘ of ‘floreren’. Tegenwoordig blijkt uit onderzoek dat die twee benaderingen dicht bij elkaar liggen. Uiteindelijk gaat het er om hoe iemand zich voelt, en de een voelt zich heel gelukkig met een heel zinvol leven, terwijl de ander dat niet nodig heeft. De term voor de combinatie van het geluksgevoel en floreren is wellbeing.
In de westerse maatschappij heerst het idee van een voortdurende pursuit of happiness. Een mens moet eerst van alles doen om uiteindelijk geluk te bereiken. Het zou beter zijn om wellbeing juist als startpunt te nemen. Hoe voel je je, wat houdt je bezig en wat ga je op basis daar van doen? In onze maatschappij zou dat een verschil maken.

Ongelijk geluk

De makkelijkste manier om te onderzoeken of mensen gelukkig zijn, is ze te vragen om hun geluk een schoolcijfer te geven. Op basis daarvan is de populatie in drie groepen te verdelen: mensen met mentale problemen, mensen met lichte problemen en de mensen die zich goed voelen. De eerste groep geeft zichzelf een laag cijfer, de laatste groep een hoog cijfer. Niet alleen de verschillen tussen de groepen zijn interessant, ook de verschillen binnen de groepen zelf.

Waarom geeft de ene persoon zichzelf een 7 en de andere een 9? Onderzoek naar verschillen in geluk wordt vaak gedaan op basis van verschillen tussen mensen. Zijn mannen gelukkiger dan vrouwen? Zijn mensen op het platteland gelukkiger dan die in de stad? Doordat er naar gemiddelden per groep gekeken wordt, komt er geen echt antwoord op dergelijk vragen. Het echte antwoord is dat de ene mens graag In de stad woont en de andere graag op het platteland. Hetzelfde principe geldt voor vergelijkingen tussen veel of weinig sporten, gezond of ongezond eten et cetera. De vragen zijn onzinnig, omdat de verschillen tussen de mensen in die groepen te groot zijn. Een persoonlijke benadering is nodig.

Nature and nurture

Werkgevers hebben vaak het goede idee om te werken aan de wellbeing van hun medewerkers. In de uitvoering gaat het mis doordat er ook hierbij vanuit gegaan wordt dat mensen hetzelfde zijn. One size fits all projecten zijn dus zonde van de investering. De crux zit in de realisatie dat mensen verschillen, dat mensen anders denken en andere dingen belangrijk vinden. En van andere dingen gelukkig worden. Bij verschillen tussen mensen gaat het al lang niet meer over de vraag of het nature óf nurture is. Het gaat altijd over een combinatie van genetische aanleg en de omgeving, ook bij verschillen in geluksgevoel. Door op deze manier na te denken over en om te gaan met mensen, kan zelfs de laagst scorende groep gelukkiger worden.

Persoonlijke zoektocht

Anne Hustinx, Executive Director External and Legal Affairs bij VodafoneZiggo, merkt dat het meer en meer geaccepteerd wordt om in een werksetting na te gaan hoe je je voelt, daar voor uit te komen en er iets aan te doen. Dat is de realisatie waarmee meer geluk in werk begint. Voor zichzelf betekende dat een overstap naar een nieuw vakgebied. Werken aan grote maatschappelijke thema’s en samenwerken met een team zijn de aanjagers voor haar werkgeluk, maar alles begint met regie nemen over het eigen gevoel. Ondanks de goede bedoelingen van werkgevers om werknemers te helpen in hun zoektocht naar geluk, zitten er weeffouten in hun aanpak, en in die van de maatschappij. Onderwerpen als geluk en gevoel hebben bijvoorbeeld een te kleine plek in belangrijke gesprekken en beslissingen. Maar ook zijn mensen getraind om te voldoen aan een norm, in plaats van te kijken naar hun eigen talenten én tekortkomingen. Zowel individuen als organisaties hebben een verantwoordelijkheid in het gladstrijken hiervan.

Tot slot: niet alleen standaard programma’s en trainingen, ook sociale innovatie

Wellbeing-programma’s met de bijbehorende instructies en trainingen zijn een stap in de goede richting, maar minstens zo belangrijk – en minder kostbaar –  is het voeren van het echte gesprek. Dat is niet eenvoudig, maar de stap naar meer geluk begint met te begrijpen waar iemand vandaan komt, wat iemand beweegt, waarom iemand op een bepaalde manier reageert en hoe je daar met elkaar op in kunt gaan. Binnen de  grote programma’s werkt Meike Bartels daarom als onafhankelijk adviseur met ‘sociale innovatie’. Daarmee geeft ze aandacht en ruimte aan persoonlijke vragen en behoeftes. Een organisatie kan een infrastructuur bouwen waarbinnen mensen zelf hun eigen hulpvraag kunnen formuleren. Zo ontstaat er een intrinsieke drive bij mensen om aan de slag te gaan met hun wellbeing, waarbij ze een keuze kunnen maken uit de tools die de organisatie aanbiedt. Idealiter wordt de sociale innovatie ingericht vanuit een externe partij zodat er onafhankelijkheid gecreëerd wordt tussen wat het collectief wil bereiken en wat het individu nodig heeft. Het rendement zit erin dat mensen die zich goed voelen in alle opzichten veel beter functioneren.

Benieuwd naar onze volgende GoedeMorgen Legal People? Meld je hier aan voor onze volgende online sessie.